Logo

Ronde tafel van de SBB voor het onderzoek van dakleer en dakbedekking papierafval (teer) voor kankerverwekkende vezels op 6.12.2018 in Potsdam


Op uitnodiging van de SBB Sonderabfallgesellschaft Brandenburg/Berlin mbH werd op 6 december in het huis van de SBB in Potsdam een 'ronde tafel' gehouden voor het onderzoek naar teerkartonafval voor kankerverwekkende vezels.

 

Download van dit artikel als een PDF-bestand | op de bladeren/gidsen van de SBB


verzamelden vertegenwoordigers

  • van de SBB,
  • de Berlijnse Senaat voor Milieu, Vervoer en Klimaatbescherming — Afvalautoriteit
  • van de Gesamtstoffsanierung e.V. (GVSS)
  • geaccrediteerde testlaboratoria die tests uitvoeren op het gebied van kankerverwekkende vezels — asbest en kunstmatige minerale vezels —

namen Dr. Gunnar Ries en Dr. Stefan Pierdzig deel aan de vergadering.


Doel van de vergadering...

... heeft de SBB informatie verstrekt over de achtergrond van de genomen maatregelen, alsmede over de bespreking en harmonisatie van de procedures voor de bemonstering en analyse van potentieel verontreinigd teerkartonafval van de kant van de laboratoria.


Achtergrond van de huidige „dakbedekking board problemen”...

... is het feit dat afvalverwijderingsbedrijven, zoals cementfabrikanten, dakplaten in hun roterende ovens gebruiken als secundaire brandstof, begrijpelijk willen dat er geen asbest in hun producten wordt opgenomen. Wat kankerverwekkende vezels betreft, is de 0,1% grens van GefstoffV
dus geen beoordelingscriterium voor dakplaten.

In de ronde werd afgesproken dat bemonstering de doorslaggevende factor was in het gehele proces van de beoordeling van dakplaten in termen van hun potentiële gevaren.


Veel dakbedekkingen hebben een verticale, meerlagige structuur en vertonen ook inhomogeniteit zoals reparatieplaatsen of wiggen langs de randen in horizontale uitzetting.

Hierbij moet worden gestreefd naar een in-situ bemonstering overeenkomstig de richtlijnen VDI/GVSS 6202 blad 1 /LAGA PN 98 om complexe „gemengde” monsters” te vermijden die moeilijk of helemaal niet te homogeniseren en te analyseren zijn.
Ook werd opgemerkt dat naast het analyserapport een goed gedocumenteerd bemonsteringsprotocol vereist is voor de acceptatie van dakafval op stortplaatsen.


Analytics

Vanuit analytisch oogpunt werd het zuiver kwalitatieve onderzoek van dakplaten na homogenisatie, as, suspensie en filtratie overeengekomen door middel van een methode met een detectiegevoeligheid die aanzienlijk lager is dan 0,1% massa.

Dit is in overeenstemming met de huidige stand van de standaardisatie bijlage B bij Richtlijn VDI 3866, blad 5:2017 -06, zelfs als sommige laboratoria zorgen hebben geuit over de zichtbaarheid van dunne vezels bij 1000 maal vergroting en de hoge dichtheid van filterpreparaten volgens de norm voorwaarden van bijlage B.

Een kwantitatief onderzoek volgens BIA methode 7487 is niet vereist en naar de mening van minder (niet alle!) Deelnemers aan de vergadering leidden tot valse bevindingen, aangezien bij hoge vergrotingen van 2000 slechts een klein deel van het filterpreparaat wordt geregistreerd.

Volgens sommige laboratoria vormt de zure behandeling van monsters volgens bijlage B een probleem omdat dunne, inadembare kunstmatige minerale vezels kunnen worden opgelost. Zure behandeling van asdakplaten mag daarom slechts kort of helemaal niet worden uitgevoerd.

De


informatie van het CRB voor het onderzoek van dakbedekking en dakbedekking van papierafval

kan hoge asbest en/of minerale vezelconcentraties laten zien, deels in het 2-cijferige massabereik. Om redenen van veiligheid op het werk tijdens de monstervoorbereiding in het laboratorium onderzoekt CRB Analyse Service GmbH dakleer en papierafval als volgt:

  • Vooronderzoek van het materiaal na hete as bij 450° als spreidingspreparaat volgens richtlijn VDI 3866, blad 5:2017 -06 met een detectiegevoeligheid van 0,1% massa-% asbest /KMV - CRB Order nr. 111
    In geval van positieve resultaten wordt het onderzoek hier afgerond volgens een kosteneffectieve procedure, aangezien het asbestbewijs is vastgesteld.

  • Alleen in geval van negatieve resultaten is een vervolgonderzoek volgens VDI 3866, blad 5:2017 -06, bijlage B met detectiegevoeligheid van 0,001 massa-% asbest/KMV - CRB-ordernr. 122+114