Analyse van oude minerale wol op WHO vezels en carcinogeniteitsindex CI
Onze diensten
- Testen van kunstmatige minerale vezelproducten op de aanwezigheid van WHO-vezels door middel van scannende elektronenmicroscopie, SEM
- Bepaling van de carcinogeniteitsindex (CI) volgens IFA/BIA-methode 7488
WHO vezels
Overeenkomstig TRGS 905, anorganische vezels (met uitzondering van asbest) met een lengte > 5 μm, een diameter < 3 μm en een lengte/diameterverhouding > 3:1, WHO-vezels.
Onderzoek met de scannende elektronenmicroscoop als materiaalmonster volgens richtlijn VDI 3866, blad 5 voor 62,00 € netto (73,78 € bruto).
|
|||
Carcinogeniteitsindex CIDe carcinogeniteitsindex, CI, is een dimensieloze hoeveelheid en wordt bepaald op basis van de materiaalsamenstelling van de te beoordelen minerale vezels.
Volgens IFA / BIA methode 7488, resulteert het uit de som van de massa-inhoud (in MA-%) van Na2O, K2O, CaO, CaO, MgO, MgO, BaO en B2O3 minus tweemaal het massagehalte van Al2O3. Minerale glasvezels worden volgens de CI volgens TRGS 905 als volgt geclassificeerd, indien ze in hun afmetingen overeenstemmen met de definitie van de WHO-vezels (lengte > 5 µm, diameter < 3 µm, verhoudingslengte: diameter > 3 : 1):
Kosten voor het bepalen van de carcinogeniteitsindex CI
Analyse van bestaande WHO-vezels voor de carcinogeniteitsindex volgens. IFA/BIA-methode 7488 voor 112,00 € netto (133,28 € bruto).
|
||
Algemene informatie over kunstmatige minerale vezels, KMV
Minerale wol met productiedatum 1.6.2000 of later
- Alle sinds 1.6.2000 in de handel gebrachte minerale vezels hebben biotolerantietests ondergaan overeenkomstig de EU-wetgeving of het Duitse recht en worden beschouwd als nieuwe minerale wol in de zin van TRGS 521 en dus als veilig.
Minerale wol met productiedatum 1996-30.5.2000
- Minerale vezels die tussen 1996 en medio 2000 in de handel zijn gebracht, kunnen via biocompatibiliteitstests of als CI40-vezels zijn vrijgegeven (worden beschouwd als „nieuwe minerale wol” en voldoen dus aan de criteria voor de klaring van de gevaarlijke stoffen Verordening) of “oude minerale wol” in de zin van TRGS 521.
- Hier biedt de Gütegemeinschaft Mineralwolle e.V. een test aan of er uit deze periode geen minerale wol is getrokken.
Minerale wol met productiedatum 1995 of ouder
- Alle minerale wol met productiedatum 1995 of ouder vertegenwoordigen oude minerale wol in de zin van TRGS 521 en moeten als kankerverwekkend worden beoordeeld overeenkomstig TRGS 905.
- TRGS 905 beschrijft in een voetnoot bij de carcinogeniteitsindex CI (hoofdstuk 2.3, anorganisch vezelstof) het gebruik van de CI voor de beoordeling van oude minerale wol:
“De CI is echter een goedkope test waarbij oude wollen die vóór 1996 zijn geïnstalleerd, worden onderzocht op carcinogeniteit in geval van twijfel kunnen worden gebruikt. Oude wol met WHO-vezels met een CI groter dan 40 kunnen worden geclassificeerd als niet-carcinogeen vanwege de CI-index...”
Minerale wol zonder bekende productiedatum
- In Duitse regelgeving, voor ingebouwde minerale wol zonder bekende productiedatum, zonder RAL-keurmerk of geen mogelijkheid om onderscheid te maken tussen “oude minerale wol” en “nieuwe minerale wol”.
- Een carcinogeniteitstest overeenkomstig punt 3 of de bepaling van in-vivobioresistentie overeenkomstig punt 4, hoofdstuk 2.3, TRGS 905 is achteraf nauwelijks mogelijk met geïntegreerde minerale wol.
- Zo blijven voor deze minerale wol paragraaf (1) WHO vezels en (2) carcinogeniteitsindex CI, hoofdstuk 2.3, TRGS 905 als beoordelingscriteria. TRGS 905 schrijft in een voetnoot over de carcinogeniteitsindex CI:
“... Het gebruik van de carcinogeniteitsindex CI om WHO-vezels als carcinogeniteit te classificeren, kan ertoe leiden dat WHO-vezels met een CI van minder dan 40 als carcinogeniteit worden ingedeeld, hoewel een carcinogeniteitstest in lid 3 of de bepaling van in-vivobioresistentie overeenkomstig lid 4 niet leidt tot een classificatie als carcinogeniteit. Dit betekent dat WHO-vezels, waarvoor slechts een CI-index lager is dan 40, voorzorgsmaatregelen moeten worden geclassificeerd als kankerverwekkend, ook al zouden verdere tests deze classificatie kunnen weerleggen...”
Conclusies
Een latere klaring van ingebouwde minerale wolproducten via biotolerantietests is over het algemeen niet mogelijk. De beoordeling van minerale wol in de zin van TRGS 521 en dergelijke minerale wol zonder een bekende productiedatum wordt uitgevoerd, tenzij zij in het algemeen als kankerverwekkend zijn ingedeeld overeenkomstig de Duitse wetgeving (TRGS 521, TRGS 905) betreffende de test op respirabele WHO-vezels en de bepaling van de carcinogeniteitsindex CI.
Fragmenten uit de huidige wetgevingsteksten op minerale wol
... Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat bepaalde kunstmatige glasvezels (silicaat) een kankerverwekkend effect hebben. Epidemiologische studies hebben bezorgdheid geuit over de gezondheidseffecten van kunstmatig geproduceerde glasachtige (silicaat) vezels...
worden als kritiek beschouwd:
- Kunstmatig geproduceerde ongerichte glasachtige (silicaat)vezels met een gehalte aan aardalkali- en aardalkalimetaaloxiden (Na20 + K2O + CaO + CaO + MgO + BaO) van meer dan 18 gewichtspercenten.
- Minerale keramische vezels; vezels voor speciale toepassingen, die niet afzonderlijk in deze bijlage worden genoemd.
... Op het huidige niveau van kennis kan het in bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd lijken bepaalde kunstmatig geproduceerde glasachtige (silicaat) vezels uit te sluiten van de indeling als kankerverwekkend...
Noot Q:
Indeling als kankerverwekkend is niet verplicht indien wordt aangetoond dat de stof aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
- Uit een kortdurende inhalatiebioperresistentietest is gebleken dat de gewogen halfwaardetijd van de vezels met een lengte van meer dan 20} i.m is minder dan 10 dagen.
- Uit een kortdurende intratracheale bioperresistentietest is gebleken dat de gewogen halfwaardetijd van de vezels met een lengte van meer dan 20|xm minder dan 40 dagen bedraagt.
- Een geschikte intraperitoneale test heeft geen tekenen van overmatige carcinogeniteit tot uiting gebracht.
- Afwezigheid van relevante pathogeniciteit of neoplastische veranderingen in een geschikte langdurige inhalatietest.
Noot R:
De indeling als kankerverwekkend is niet verplicht voor vezels waarvan de lengtegewogen gemiddelde geometrische diameter kleiner is dan tweemaal de standaardafwijking groter is dan 6 µm.
Bioperbestendige vezels
(1) De volgende gevaarlijke stoffen die minerale vezels bevatten, mogen niet worden geproduceerd of gebruikt voor thermische en geluidsisolatie in de bouw, met inbegrip van technische isolatie, of voor ventilatiesystemen:
1. ongeoriënteerd glasachtige [silicaat] vezels met een massagehalte van meer dan 18% van de natrium-, kalium-, calcium-, magnesium- en bariumoxiden),
2. preparaten en producten die kunstmatige minerale vezels bevatten met een totaal massagehalte van meer dan 0,1 procent.
(2) Lid 1 is niet van toepassing indien de kunstmatige minerale vezels aan een van de volgende criteria voldoen:
1. Een geschikte intraperitoneale test heeft geen tekenen van overmatige carcinogeniteit aan het licht gebracht;
2. De halfwaardetijd na intratracheale instillatie van 2 milligram vezelsuspensie voor vezels met een lengte van meer dan 5 micrometer, een diameter van minder dan 3 micrometer en een lengte-/diameterverhouding van meer dan 3 tot 1 (WHO-vezels) mag niet langer zijn dan 40 dagen;
3. De carcinogeniteitsindex CI, die is afgeleid van het verschil tussen de som van het massagehalte (in procenten) van de oxiden van natrium, kalium, boor, calcium, magnesium, barium en tweemaal het massagehalte (in procenten) van aluminiumoxide, bedraagt ten minste 40,
4. glasvezels die bestemd zijn voor toepassingen bij hoge temperaturen en waarvoor
a) een indelingstemperatuur van 1 000 graden Celsius tot 1 200 graden Celsius vereisen, een halfwaardetijd hebben van ten hoogste 65 dagen overeenkomstig de in lid 2 bedoelde criteria, of
b) een indelingstemperatuur van meer dan 1 200 graden Celsius vereisen; een halfwaardetijd van ten hoogste 100 dagen overeenkomstig de in punt 2 bedoelde criteria.
(3) Het gebruik van kankerverwekkende minerale vezels is verboden.
(4) De leden 1 tot en met 3 zijn ook van toepassing op huishoudens
2.3 Anorganisch vezelstof (met uitzondering van asbest)
(1) Dit deel is van toepassing op anorganische vezels (met uitzondering van asbest) met een lengte > 5 µm, een diameter < 3 µm und einem Länge-zu-DurchmesserVerhältnis von > 3:1 (WHO-vezels).
(2) De beoordeling van de WHO-vezels wordt uitgevoerd volgens de categorieën voor kankerverwekkende stoffen in bijlage I bij de CLP-verordening en voor glasvezels bovendien op basis van de carcinogeniteitsindex CI 1, die voor de te beoordelen WHO-vezels is gebaseerd op het verschil tussen de som van de massagehalte (%) van de oxides. natrium, kalium, boor, calcium, magnesium, barium en tweemaal het massagehalte (%) van aluminiumoxide.
CI = som Na, K, B, Ca, Mg, Ba oxide - 2 x Al oxide
1. Glasachtige WHO vezels met een carcinogeniteitsindex CI <= 30 worden ingedeeld in categorie 1B.
2. Glazen WHO vezels met een carcinogeniteitsindex CI > 30 en < 40 worden ingedeeld in categorie 2.
3. Voor glasachtige WHO-vezels wordt geen carcinogeniteitsindex als kankerverwekkend geclassificeerd indien de carcinogeniteitsindex >= 40 bedraagt.
(3) De classificatie van WHO-vezels kan worden uitgevoerd door middel van een carcinogeniteitstest met intraperitoneale toepassing, bij voorkeur met vezelstof in een verdeling van de werkruimte.
1. Indien carcinogeniteit wordt waargenomen voor WHO-vezels in een carcinogeniteitstest overeenkomstig zin 1 met een dosis van 1 x 109 WHO-vezels, moet de indeling in categorie 1B plaatsvinden. Aan de andere kant wordt classificatie gegeven in categorie 2 indien bij deze carcinogeniteitstest geen carcinogeniteitseffect is waargenomen.
2. In het laatste geval is het raadzaam om een aanvullende carcinogeniteitstest volgens zin 1 uit te voeren met een dosis van 5 x 109 WHO vezels. Indien bij deze dosis een carcinogeen effect van vezelig stof wordt aangetoond, moet de indeling in categorie 2 worden gehandhaafd. Aan de andere kant wordt geen classificatie van WHO-vezels uitgevoerd als in deze carcinogeniteitstest geen carcinogeniteitseffect is waargenomen.
(4) De classificatie van WHO-vezels kan ook worden uitgevoerd door in vivobio resistentie te bepalen. Vervolgens wordt een classificatie in categorie 2 van kankerverwekkende stoffen uitgevoerd wanneer een halfwaardetijd van meer dan 40 dagen is bepaald voor WHO-vezels na intratracheale instillatie van 4 x 0,5 mg vezels in een suspensie...
Voetnoot bij CI
Het gebruik van de carcinogeniteitsindex CI om WHO-vezels als carcinogeniteit te classificeren, kan ertoe leiden dat WHO-vezels met een CI van minder dan 40 als carcinogeniteit worden ingedeeld, ook al is een in lid 3 bedoelde carcinogeniteitstest of de bepaling van in-vivobioresistentie overeenkomstig lid 4 niet resulteert in een indeling als kankerverwekkend. Dit betekent dat WHO-vezels, waarvoor alleen een CI-index lager is dan 40, voorzorgsmaatregelen moeten worden geclassificeerd als kankerverwekkend, hoewel verdere tests deze classificatie kunnen weerleggen.
De CI is echter een goedkope test waarmee het gebruik van oude wol, die vóór 1996 werden geïnstalleerd, kan worden onderzocht op carcinogeniteit in de twee-rotsval. Oude Wanna met WHO-vezels met een CI groter dan 40 kan worden geclassificeerd als niet-carcinogeen vanwege de CI-index. Voor de beoordeling van oude minerale wol en de vaststelling van beschermende maatregelen in het kader van sloop. De TRGS 521 moet worden gebruikt voor renovatie- en onderhoudswerkzaamheden.
2.1 Wol
Wol is een wanordelijke opeenhoping van vezels van verschillende lengtes en diameters.
2.2 Minerale wol
(1) Isolatiematerialen gemaakt van kunstmatig vervaardigde steen of glaswol zijn gegroepeerd onder de verzamelnaam Minerale wol.
(2) Minerale wol bestaat uit kunstmatige minerale vezels bestaande uit niet-gerichte, glasachtige (silicaat) vezels met een massagehalte van meer dan 18 procent natrium-, kalium-, calcium-, magnesium- en bariumoxiden.
2.3 Oude minerale wol
(1) Voor de toepassing van deze TRGS zijn oude minerale wol bioperbestendige kunstmatige minerale vezels overeenkomstig bijlage IV nr. 22 van de verordening inzake gevaarlijke stoffen. Volgens TRGS 905 „Lijst van kankerverwekkende, mutagene of toxische stoffen” moet vezelstof dat vrijkomt uit oude minerale wol, als kankerverwekkend worden beoordeeld.
(2) Het productie- en gebruiksverbod overeenkomstig bijlage IV nr. 22 van de verordening inzake gevaarlijke stoffen is sinds juni 2000 van toepassing op oude minerale wol. Voor minerale wol die vóór 1996 werd geïnstalleerd, moet worden aangenomen dat het oude minerale wol in de zin van dit TRGS is.
2.4 Nieuwe minerale wol
De minerale wol uit kunstmatige minerale vezels, bijvoorbeeld sinds 1996, die voldoen aan de criteria van bijlage IV nr. 22 bij de verordening inzake gevaarlijke stoffen, wordt nieuwe minerale wol genoemd.