Logo

Beoordeling DCONEX 2016, onderwerp asbest in stopverf en pleisterwerk

Onze medewerker, Dr. Ries, rapporteert over lezingen over asbest in vulstoffen en pleisterwerk op de DConex 2016 van 13-15 januari in Essen

Asbest speelt ook een belangrijke rol in de rehabilitatie van bouwverontreinigende stoffen meer dan 20 jaar na het verbod. Enkele cijfers illustreren dit: in totaal is circa 5,7 miljoen ton asbest (Bondsrepubliek + DDR) ingevoerd. Ongeveer 75% hiervan werd gebruikt voor de productie van asbestcement, het hoofdproduct. Dit heeft een asbestgehalte van ca. 10%, wat wijst op een totale asbestcementproductie van 43 miljoen ton. Ongeveer 4 miljoen ton asbest is zelfs meer dan 20 jaar na het verbod verwijderd, wat betekent dat er nog meer dan 39 miljoen ton asbestcement in de gebouwen zit en dat niet elk product van asbest even duidelijk is als asbestcement.

Verborgen producten zoals vulstoffen, tegellijmen en pleisters

In de afgelopen tijd zijn de verborgen producten zoals vulstoffen, tegellijmen en pleisters steeds meer de focus van aandacht geworden. Hier werd asbest vaak in zeer kleine hoeveelheden toegevoegd om de verwerkingseigenschappen van het product te verbeteren. Tegenwoordig worden de asbestbevattende plaatsen vaak gevonden onder behang of zijn ze slechts zeer specifiek, zoals pijpen die onder gips zijn gelegd. Deze verborgen producten vormen een aanzienlijk gevaar voor iedereen die ze per ongeluk en/of verkeerd verwerkt. Dit kan leiden tot aanzienlijke vezelvrijgave. Gebouwen die zijn gebouwd of gemoderniseerd/gerenoveerd na het absolute verbod op asbest in 1993, worden vermoed, maar in ieder geval tot 1995.

Voorschriften voor bemonstering

Dit probleem stelt een aantal eisen aan bemonstering, zodat eventuele verontreinigingen veilig kunnen worden gedetecteerd. Om het aantal monsters niet te veel te verhogen, werd in juni 2015 in samenwerking met het VDI. een discussiepunt over asbest bevattende pleisters, vulstoffen en tegellijmen in gebouwen voorgesteld.

Uitgebreide laboratoriumanalyse

Deze procedure stelt opnieuw hoge eisen aan laboratoriumanalyses, waarvan de detectielimiet aanzienlijk moet worden verlaagd ten opzichte van de conventionele methode volgens VDI 3866 blad 5, tot het bereik van de detectielimiet van de methode volgens IFA/BIA methode 7487 (0,008 massa%) of zelfs lager. Enerzijds omdat de betrokken producten soms een zeer laag asbestgehalte hebben en anderzijds omdat vaak slechts één enkel monster van de in het respectieve gemengde monster samengevoegde monsters asbest bevat. Vaak wordt het asbest bevattende product tijdens de bemonstering slechts gedeeltelijk geregistreerd. Daarom moet het discussienota voor VDI 6202, pagina 3, worden uitgebreid.

Onderzoekskosten

In tegenstelling tot het onderzoek van een normaal materiaal- of stofmonster, omvat het onderzoek van pleisters en plamuren uitgebreide voorbereidende werkzaamheden en een grotere onderzoeksinspanning:

  • produktie van een gemengd monster, homogenisatie, slijpas
  • en

 

Zuurbehandeling

  • Suspensie van het materiaal en filtratie door een goudverdampte kernporiënfilter
  • Verhoogde tijd besteed aan de evaluatie van de voorbereidingen voor de detectie van de kleinste asbestconcentraties en de kwantificering daarvan

► op de prijslijst van scanning Elektronenmicroscopie/asbestanalyse Outlooks

De standaardanalyseprocedure volgens VDI 3866, blad 5, wordt momenteel herzien en zal naar verwachting bij de definitieve release in 2016 mogelijkheden omvatten om de detectielimiet van ongeveer 1 massaprocent aanzienlijk te verlagen, d.w.z. met verschillende ordes van magnitude. In de discussie, detectiegrenzen van maximaal 0,001% per massa. Het

doel is ervoor te zorgen dat zelfs verborgen en verontreinigde stoffen met een laag asbestgehalte veilig kunnen worden geïdentificeerd. Immers, in geval van onjuiste verwerking kunnen deze hoeveelheden vezels vrijmaken die ruim binnen de nationale grenswaarde van het tolerantierisico van vezels 100 000/m3 liggen. Deze waarde betekent dat als een werkdagblootstelling meer dan 40 jaar is, er een extra risico op kanker bestaat dat 4 van de 1000 mensen ziek zijn. Het zogenaamde acceptatierisico, waarvoor geen verdere maatregelen nodig zijn, bedraagt momenteel 10.000 vezels per m3 en moet tegen 2018 worden teruggebracht tot 1000 vezels.

Vanuit dit oogpunt lijkt het redelijk om meer aandacht te besteden aan verborgen producten die asbest bevatten.